Tag Archives: franse senaat

Get a life!

Franse homo’s, lesbo’s en andere rare snuiters mogen trouwen. Hoera. Tot zover mijn juichkreet.

Nu kan me dat hele ‘homohuwelijk’ als zodanig eigenlijk niet veel schelen. Ik zal zelf van deze mogelijkheid, die in Nederland al lang bestaat, waarschijnlijk nooit gebruik maken. Als je het twintig jaar lang met elkaar hebt volgehouden en er iets prachtigs van hebt gemaakt, kun je de volgende veertig ook wel aan zonder die visvergunning van de burgerlijke stand. Bovendien vind ik de hele rituele vormgeving van het huwelijk maar een popperige bedoening.

Waarom maak ik me dan zo druk over de openstelling van het huwelijk voor gelijkgeslachtelijke paren? Waarom mijn woede tegen de ‘weigerambtenaar’? Vanwaar mijn juichkreet als de Franse senaat het ‘homohuwelijk’ goedkeurt? Die kritische vraag zal de lezer van mijn tweets en mijn weblog stellen. Begrijpelijk. Houdt dit ‘luxeprobleem’ me immers niet bezig op het obsessieve af?

Het gaat me echter ook niet om dat ‘homohuwelijk’ op zich. Mijn probleem is dat mensen, die zelf nooit gebruik zullen maken van het ‘homohuwelijk’ en er evenmin ooit last van zullen hebben, er zo’n punt van maken en voluit op het orgel gaan in het protest ertegen. Ze gaan er zelfs voor de straat op, zoals in Frankrijk. Of ze wentelen zich in larmoyant, nichterig slachtoffergedrag, zoals de ‘weigerambtenaren’ en hun fans ten onzent, zodra van hen wordt gevraagd om gewoon sportief mee te doen met de uitvoering van de wet.

Mijn inhoudelijke bedenkingen bij de inzet van de categorie ‘gewetensbezwaar’ in deze samenhang heb ik al eens uiteengezet in een opiniebijdrage in VolZin (op deze site te vinden onder de knop Opinie). De emotionele energie die de atavistische verzetsstrijders in Frankrijk de straat op drijft, roept weer andere bedenkingen op. Wat er bij mij niet ingaat is, dat mensen zo veel moeite doen om iets tegen te houden, waarvan ze zelf, zoals gezegd, nooit last zullen hebben. Door het recht op het burgerlijk huwelijk aan een nieuwe categorie mensen te geven, wordt anderen immers niet iets afgepakt. Er is geen sprake van een onrechtvaardige verdeling, laat staan van een onderbedeling van een bepaalde groep. Er is alleen sprake van een uitbreiding van het goed, dat wordt verdeeld. Niemand komt tekort. Traditionele katholieken, orthodoxe protestanten, rechtlijnige evangelischen en moslims mogen nog steeds trouwen dat het een lieve lust is.

Sommige conservatieven echter kunnen blijkbaar de zon niet in het water zien schijnen. Ze kunnen niet uitstaan, dat anderen iets krijgen, wat zij zelf al lang hadden. De energie waarmee ze zich verzetten tegen iets, waar ze nooit last van zullen hebben, kan alleen maar zijn ingegeven door een verbitterd en verzuurd gemoed. Of door haat. Een haat die zo ver gaat dat de gelijkheid voor de wet ervoor moet wijken. Een haat die, hoewel ze keurig gekleed gaat, indirect een legitimatie biedt aan de potenrammers die het Parijse nachtleven onveilig maken.

Als de gekrenkte zielen er zo’n punt van maken, zodra anderen ook eens iets wordt gegund zonder dat henzelf tekort wordt gedaan: zou ik op mijn beurt dan niet een gat in de lucht springen op de dag, waarop de Franse senaat zich een toonbeeld van beschaving en ontwikkeling toont, door niet de oren te laten hangen naar obscurantisten die te veel tijd hebben en zich daarom maar toeleggen op een louter nihilistisch gevecht?

Nee, het ‘homohuwelijk’ kan me gestolen worden. Voor gelijkheid, verdraagzaamheid en een ontspannen omgang met elkaar ga ik echter door het vuur. Get a life, rechtse ideologische onderdeurtjes!