Tag Archives: inhuldiging

Van droom en inspiratie naar alertheid en nuchterheid

Als er een wedstrijd was voor het verzamelen van zoveel mogelijk gemeenplaatsen op een zo klein mogelijk oppervlak, dan zou het Nationaal Comité Inhuldiging deze glansrijk winnen met zijn ‘droom voor ons land’ en ‘inspiratie voor onze koning’.

Ik zie het helemaal voor me, hoe Hans Wijers tijdens de eerste vergadering van zijn werkgroep bierviltjes te voorschijn haalde, deze vervolgens uitdeelde en tenslotte de leden vijf minuten gaf, om de achterkant zo creatief mogelijk te vullen met suggesties voor het ‘thema’. Daarna werden, zo stel ik me verder voor, de meest voorkomende woorden op een white board of een flip-over in kaart gebracht.

Hoe dan ook: de woorden ‘droom’ en ‘inspiratie’ haalden de eindstreep van de brainstormorgie. Ik vraag me af, welke begrippen dan de verliezers waren. Dat moeten wel meelijwekkende kneuzen van clichéwoorden zijn geweest. We kunnen alleen maar vermoeden, welke gruwelen van banaliteit te berde zijn gebracht tijdens de co-creatieve mentale vrijpartij, die ongetwijfeld in zo’n ‘sfeervol’ vergadercrematorium op de Veluwe plaatsvond. Wellicht vielen er woorden als ‘passie’ en ‘visioen’,  ‘enthousiasme’,  ‘bezieling’ en ‘charisma’. Te vrezen valt zelfs dat ten minste één persoon nietsvermoedend het woord ‘leiderschap’ te voorschijn mind-map-te.

We zullen het nooit weten, want Wijers heeft ongetwijfeld alle papieren ter plekke door de shredder gehaald en ieder lid van zijn comité bij het verlaten van het praat-hotel laten fouilleren, om te voorkomen dat er ook maar iets van de platitudebrij ooit tot de buitenwereld zou doordringen.

***

U merkt wellicht argwanend op, dat ik misschien wat al te goed op de hoogte ben van de orakeltaal van organisatiegoeroes. En terecht. Ik heb inderdaad geregeld de moerasdampen ingeademd van het managementboekenmilieu. Soms rollen ook bij mij, op een onbewaakt moment, woorden als de bovengenoemde van de tong. Ook ik heb wel eens in gesprekken en lezingen een pleidooi gehouden voor ‘enthousiaste’, ‘gepassioneerde’ en ‘iconische’ ‘leiders’, die ‘gedreven’ door hun ‘visioen’ hun kudde de weg wijzen. Ik betuig daarvoor nu mijn oprechte spijt.

Nu komt de populariteit van het geschetste taalregister niet uit de lucht vallen. Wij eenentwintigste-eeuwers zijn nog steeds erfgenamen van de Romantiek. Dat uit zich ook in het levensgevoel dat zich van het managersdialect bedient. Maar we zijn ook epigonen. Het hooggestemde en geestverruimende idealisme van de romantici hebben wij getemd tot pretfilosofie en peptalk. De vuistdikke dundrukboeken, waarvan elke bladzijde glinsterde van finesses, nuances en extravaganties: ze hebben plaatsgemaakt voor managementboeken met kartonnen kaften die dikker zijn dan het binnenwerk en die vol staan met juichkreten en vuistregels. De romantici wilden boven zichzelf worden uitgetild door het sublieme. Wij, hun gedegenereerde nazaten, willen worden gedragen door ons ‘goede gevoel’. Tijdgeest werd mode.

Die vulgarisering is nog tot daaraan toe. En zolang de feelgoodfilosofie, die achter al de genoemde modieuze kreten schuilgaat, er alleen toe dient om ons privéleven draaglijk te maken, zal ik er de staf niet over breken. En desnoods ‘leuken’ we er een royalty-feestje mee ‘op’. Dat zij ‘s lands ceremoniemeester gegund.  Het goeroe-geronk bepaalt echter ook steeds meer de dosering en de kleur van onze maatschappelijke betrokkenheid. Het wordt ook de norm waaraan we onze bestuurders meten.

Voor betrokkenheid is echter iets anders nodig dan burgers die graag ‘hun ding doen’ omdat ze daartoe een ‘drive’ voelen. En voor bestuur is iets anders nodig dan ‘leiders’ met priemende blikken, aanstekelijke woorden en opzwepende zeepkistredevoeringen. Juist als er grote zaken op het spel staan – zoals op dit moment – zullen het gloedvolle woord en het grote gebaar door de mand vallen als communicatieve cosmetica (als de falende ‘leiders’ ze al niet hebben meegenomen in de val van hun voetstuk).

Ikzelf heb in elk geval meer vertrouwen in een andere levenshouding: niet de modieuze levenshouding van ‘inspiratie’, ‘enthousiasme’ en ‘passie’, maar de ouderwetse van ‘geweten’, ‘plicht’, ‘geduld’ en ‘volharding’. Niet de droom, maar de alertheid werpt gewicht in de schaal. Niet de bezieling, maar de nuchterheid is duurzaam. Mensen die zich door deze ‘oncharismatische’ houding laten leiden: die zijn pas echt begenadigd en die zijn pas echt een zegen voor de mensheid.