Eén van de motto’s van de campagne #ikbenverbonden is, dat we elkaar willen proberen te begrijpen. Ook mensen met wie we het volstrekt niet eens zijn – of wiens denkbeelden of gedragingen we zelfs verwerpelijk vinden – willen we verstaan en doorgronden. Soms leidt dat tot begrip. Soms kunnen we dat begrip alsnog niet opbrengen – zoals bij fundamentalisten, neonazi’s en terroristen – maar kunnen we wel een manier van denken en doen verklaren. En als je dat kunt, iemands gedachten en handelingen verklaren, kun je ook in gesprek gaan, oorzaken van wangedrag trachten weg te nemen en desnoods proberen iemand ervan te overtuigen om van gedachten te veranderen.
Het is een benadering tussen twee uitersten. Als je vanuit begrijpen komt tot begrip, ben je volgens sommige hardliners te soft en te meegaand. En als je komt tot verklaren en overtuigen tot verandering, ben je volgens weer anderen een arrogante betweter. Toch lijkt de weg van het begrijpen de meest vruchtbare.
Soms helpt een boek. Daarom begon ik gretig aan Pankaj Mishra’s Tijd van Woede, waarin de auteur historisch en wijsgerig op zoek gaat naar de wortels van polariserende en destructieve opstellingen van nu. Op een onthullende laat hij zien, hoe diep de haat en geweld geworteld zijn die wij nu zien bij extremisten ter linker- en rechterzijde, bij terroristen, bij populisten etc. De opstand en de rancune van de verliezers tegen de winnaars van de moderniteit – want zo kan veel worden geduid, aldus Mishra – gaat al terug tot het begin van die moderniteit, tot de Verlichting. Was Voltaire het boegbeeld van de zelfverzekerdheid van de Verlichting: zijn tijdgenoot Rousseau gaf al vroeg een stem aan de achterblijvers.
Dit gegeven wordt een rode draad door de geschiedenis van de afgelopen eeuwen. Mishra betrekt er met verbluffende belezenheid heel veel bij: de opstanden in het midden en oosten van Europa, de sociale en nationale revoluties, politieke en religieuze messianistische bewegingen, de grote Russische romanciers uit de 19e eeuw, Mazzini, Bakoenin, de eenzame wolven van weleer etc. Steeds weer weet hij historische parallellen aan te wijzen met de hedendaagse ‘woede’ en nihilistische haat. Dit levert soms frappante ontdekkingen op. Tegelijk wordt de oplettende lezer ook wat voorzichtig. Mischra leest de geschiedenis natuurlijk ook sterk vanuit de hedendaagse bril en dat zou wel eens tot een selectieve lezing hebben kunnen leiden. Maar de indruk dat er ‘niets nieuws onder de zon’ is, is overtuigend. En tevens beklemmend. Want het roept ook de vraag op, of we er ooit uitkomen.
Een andere reden tot voorzichtigheid is, dat Mishra zich bedient van een wat eenvoudig en versleten geraakt wijsgerig verklaringsmodel, dat hij ontleent aan René Girard (1923-2015), de denker die vanaf de jaren zeventig furore maakte met zijn analyse van het zondebokmechanisme: veel rancune gaat terug op ‘mimetische begeerte’, het ‘willen wat de ander ook wil’. Verliezers willen lijken op de winnaars. Ze willen niet alleen hebben wat de ander heeft, maar nemen ook kritiekloos diens verlangens over. Dit model, in combinatie met de klassieke ressentimenttheorieën van Nietzsche en anderen, heeft een grote verklaringskracht. Tegelijk is het wat onbevredigend om het bij deze grote penseelstreken te laten. Mijns inziens komt er ook de nodige nuchter en minutieus empirisch onderzoek bij kijken, om nu precies te weten wat er gebeurt in banlieues in Parijs en in de hoofden van de FN-kiezers. Met een ‘theorie over alles’ komen we er niet – en blijven we radeloos achter. Wie wil begrijpen, wil ook iets kunnen doen.
Mishra, Pankaj: Tijd van woede – een geschiedenis van het heden (vertaling van: Age of Anger). Atlas Contact 2017.
***
Het Bovenstaande verscheen eerder op de website van #ikbenverbonden.